1
.
Start-up scherm
1. Bij het opstarten van de energiemeter ziet u het volgende op de display:
2. Na een korte wachtperiode zal het scherm active energy metingen tonen.
3. Onder de display van de energiemeter bevinden zich 2 knoppen. Hun werking is als volgt:
Door display scrollen voor
verschillende parameters, van optie veranderen in de set-up modus, uit de
set-up modus gaan.
Naar set-up modus gaan, bevestigen
van een keuze.
Met elke druk opkunnen andere parameters
getoond worden.
Een volledige lijst van alle mogelijke parameters van uw energiemeter vindt u terug in de bijlage.
2
.
Set-up
Houd
een drietal seconden ingedrukt.
| Een wachtwoord wordt gevraagd. Dit
is standaard 1000. Druk na invoer van het paswoord op |
| In het set-up menu ziet u de keuzes Main, Communication, Tijd
en Pulse. Maak uw keuze met
|
| In system type ziet u het netwerktype waar de meter is operationeel is. De opties zijn: 3P4W, 3P3W, 1P3W en 1P2W. Default is 3P4W.
|
| Na selectie verschijnt het wachtwoord en begint het eerste
cijfer te knipperen. Om de waarde van het cijfer te veranderen druk op
|
| Duw op reset om het maximum van de stroom (DMD) , active power (DMD) en digitale input counts (DI) te resetten.
|
| In het Com-menu kunt u de communicatieparameters instellen.
|
| Bij Addr stelt u het modbus adres in (001 ~ 247). Bij Baud stelt u de baudrate in: 2400 ~ 38400bps. Default is 9600 bps. Parity geef pariteit opties: None, Even en Odd. Default is None. Stop geeft u het aantal stop bits: 1 of 2. Default is 1 stop bit.
|
| Tijdgerelateerde instellingen.
|
| Met backlight stelt u de tijd in dat het scherm opgelicht blijft wanneer de gebruiker een ingave heeft gedaan of na dat de display geactiveerd werd. Opties: on, off, 5, 10, 15, 30, 60 en 120 minuten. Default is 60 minuten. Met de scroll-toets stelt u de tijdsinterval in waarmee er tussen de opgevraagde informatie wordt gewisseld. Opties: off, 5, 10, 15, 30, 60 seconden. Met DMD kiest u de tijdsinterval waarmee het hoogste verbruik in de voorgaande periode wordt weergegeven. Opties: 0, 5, 8, 10, 15, 20, 30, 60 minuten. Default is 60 minuten.
|
| Pulse output 1 parameter instellingen. Meter pulse 1 kan ingesteld worden. Pulse output 2 is fixed.
|
| Type geeft het type energy waarnaar de pulse output refereert. Opties: kWh, Imp-kWh, Exp-kWh, kVarh, Imp-kVarh, Exp-kVarh. Default is Exp-kWh. Constant geeft de pulse output constante. Deze geeft de hoeveelheid energieverbruik, die gelijk staat aan een door de meter gegenereerde puls. Opties: 1000, 100, 10, 1. Default is 400. Width geeft de pulse-breedte-opties, oftewel de tijdsduur waarin de meeste recente pulse het meest actief is. Opties: 60, 100, 200 mS. Default is 100 mS.
|
en bevestig met
