Hoe stel ik een meldingsvoorinstelling in?
1
.
Vereisten
Wij
raden u aan om de onderstaande artikelen door te nemen, zodat u goed
voorbereid bent voor deze handleiding.
hoe stel ik een gebeurtenis in
2
.
Wat is een meldingsvoorinstelling?
Met behulp van deze procedure kunt u meldingsvoorinstellingen aanmaken en beheren. Met meldingsvoorinstellingen kunt u per assettype meldingen instellen voor elke gebeurtenis. Meldingen kunnen ingesteld worden per niveau, en per communicatiekanaal. U kunt meerdere meldingsvoorinstellingen aanmaken per assettype.
3
.
Een nieuwe meldingsvoorinstelling aanmaken
Gebruik het navigatiemenu om de Assets pagina te openen.
Ga naar de “Types” menukaart om de lijst van assettypes te zien.
Klik vervolgens op het gewenste assettype waar u een meldingsvoorinstelling voor wilt instellen. Het paneel voor het bewerken van een assettype verschijnt, ga daar naar de menukaart “Meldingsvoorinstelling”.
Druk op de knop “Voeg meldingsvoorinstelling toe”.
Indien er reeds meldingsvoorinstellingen zijn ingesteld, is deze knop niet beschikbaar. U kunt dan met de “+” knop nieuwe meldingsvoorinstellingen toevoegen.
U ziet nu een lijst met sensoren. Indien gewenst, kunt u in de zoekbalk enkele letters van de sensornaam typen om de lijst in te korten.
De schuifknop “Update many” maakt het mogelijk één meldingsvoorinstelling voor meerdere sensoren toe te passen.
Klik vervolgens op de sensor waarvoor u een meldingsvoorinstelling wilt aanmaken. Vergeet niet deze instelling een naam te geven.
Vervolgens stelt u voor deze sensor de gewenste meldingstypes in. Dit doet u door het laagste niveau voor ieder meldingstype aan te vinken. U ontvangt dan een melding voor elke gebeurtenis van minstens dit niveau. Let er op dat het niveau voor “Portal” overeenstemt met het laagste niveau van de overige meldingstypes.
Indien nodig kunt u per meldingstype ook een herinnering instellen. Wanneer u deze schuifknop activeert, wordt de melding periodiek uitgestuurd totdat u deze heeft bevestigd, of de gebeurtenis naar een niveau gaat waar u niet meer op ingeschreven bent. Het interval voor deze herhaling kunt u naast de schuifknop instellen, met een minimum van 6 minuten. Wanneer de meldingstypes naar wens zijn ingericht, klikt u op “Opslaan”.
Als alles correct is verlopen, staan er nu een reeks icoontjes achter de gebeurtenis waarvoor u de meldingsvoorinstellingen heeft aangemaakt.
U kunt nu het venster sluiten.
U bent nu klaar voor de volgende stap, het aanmaken van meldingsrollen. Dit leest u in volgend artikel: “Hoe stel ik een meldingsrol in?”