the Assets page explained
1
.
Vereisten
- Om Assets te bewerken heeft u het gebruikersrecht “AssetManagement” nodig.
- Wij
raden u aan om de onderstaande artikelen door te nemen, zodat u goed
voorbereid bent voor deze handleiding.
Hoe maak ik een asset group, Een dashboard delen met een ander bedrijf
2
.
Wat zijn Assets?
Een asset bundelt gegevens van bronnen zoals bijvoorbeeld temperatuursensoren, energiemeters, generatoren, watermeters, ....
Deze gegevens worden weergegeven in een dashboard.
Het dashboard maakt het dan mogelijk voor u om deze gegevens te analyseren en uw bedrijfsprocessen te optimaliseren.
3
.
Wat zijn Asset Types?
Het assettype bepaalt van welke bronnen een asset gegevens gaat ontvangen.
Gegevensbronnen die niet relevant zijn voor een bepaald type asset worden hierdoor weggefilterd.
Dit vereenvoudigt het maken van een asset.
Het assettype werkt als een standaardmodel waardoor nieuwe assets, van een bepaald type, niet volledig uit het niets gemaakt moeten worden.
Gezien de complexiteit van het maken van zo een asset type heeft Calculus voor u de alvast de juiste asset types gemaakt.
Stel we hebben een asset type “Generator”, hiermee worden verschillende generatoren als asset toegevoegd. In elke asset van dit type willen wij soortgelijke data bijhouden. We voegen daarom in dit voorbeeld de vier velden “Temperatuur”, “Output”, “Modem” en “Positie” toe.
Bij het toevoegen van nieuwe assets van het type “Generator”, moet je enkel nog de hierboven genoemde velden invullen met de juiste databronnen van een gateway. Een asset-type maakt het dus eigenlijk heel gemakkelijk om een reeks van gelijkaardige assets aan het Calculus platform toe te voegen.
Asset-types zijn niet gebonden aan één specifiek project, u kunt ze ook delen met andere bedrijven.
Doormiddel van het delen van een asset type met een ander bedrijf, kunt u het proces voor het aanmaken van assets en dashboards voor dit bedrijf vereenvoudigen.
4
.
Hoe voeg ik een Asset Type toe?
Gebruik
het menu aan de linkerkant om de Assets pagina te openen.
Klik
rechtsboven op “Voeg toe” en dan op “Asset-type”.
Er verschijnt een scherm waar u de basisgegevens van de sensor kunt invullen:
Naam: de
naam van het asset type (bijvoorbeeld CO2 sensor).
Datasource: hier kunt u één of meer databronnen toevoegen. Een databron heeft meerdere eigenschappen, namelijk:
- Type: het soort sensor dat wordt gebruikt.
- Naam: hoe wilt u dat deze sensor noemt (naam moet uniek zijn).
- Beschrijving: een korte beschrijving van wat de sensor doet.
- Show activity Indicator: deze schakelaar laat je best aan staan, als deze schakelaar aan staat kun je op het platform zien of de sensor al dan niet actief is.
- Maximum tijdsperiode voordat status rood wordt (in minuten): het aantal minuten vooraleer de status van groen naar rood gaat, wanneer het asset geen data meer ontvangt.
4. Sla op.
5
.
Hoe voeg ik een Asset toe?
Klik
rechtsboven op “Voeg toe” en vervolgens op “Asset”.
Er verschijnt een scherm waar u de basisgegevens van het asset kunt invullen:
Type: Het asset-type waarmee dit asset wordt opgebouwd.
Naam: hoe wilt u dat dit asset wordt genoemd (naam moet uniek zijn).
Key: het sleutelveld wordt automatisch gegenereerd aan de hand van de gekozen naam.
Description: hier kunt u het asset beschrijven.
Datasource: kies
een databron voor het asset.
Sla de
instellingen op.